Achtergrond
Becker spierdystrofie (BMD) wordt veroorzaakt door een verminderde hoeveelheid dystrofine-eiwit en gekenmerkt door progressieve spierzwakte. Het ziekteverloop varieert sterk tussen personen, wat medicijnonderzoek bemoeilijkt. Betrouwbare uitkomstmaten zijn essentieel. Om meer inzicht te krijgen in de ziekte variatie en om bruikbare meetinstrumenten te vinden, is een studie opgezet die het natuurlijke verloop van BMD onderzoekt
De resultaten
Dankzij deelname van alle deelnemers is waardevolle informatie over BMD verzameld, wat heeft geresulteerd in interessante bevindingen die zijn gepubliceerd in de onderstaande artikelen. Er is ook een vervolgstudie over het natuurlijke verloop gaande, waarover meer informatie te vinden is op deze researchpagina “Natuurlijk beloop bij BMD; het vervolg”. Deelname is nog mogelijk.
Publicatie 1: Dit artikel onderzocht de hoeveelheid dystrofine-eiwit in spierbiopten per patiënt, de variatie over tijd, verschillen tussen spieren en de relatie met spierkracht en -functie. Er werd geen verband gevonden tussen de hoeveelheid dystrofine-eiwit en spierkracht, -functie of de achteruitgang in spierfunctie. Er zullen daarom mogelijk andere factoren zijn die het verschil in spierkracht bij BMD verklaren.
Publicatie 2. Cardiale problemen zijn de belangrijkste doodsoorzaak bij BMD. Daarom is het cruciaal om de functie van de linker hartkamer goed te meten, maar standaard echocardiografie is soms niet gevoelig genoeg om vroege hartproblemen op te sporen. Deze studie toont aan dat globale longitudinale strain van de linker hartkamer een nauwkeurigere methode is om hartproblemen bij BMD te detecteren en te volgen, en dit sneller kan aantonen dan conventionele echocardiografische metingen.
Publicatie 3: In deze studie werd het neurocognitieve profiel van 25-28 volwassen BMD-patiënten onderzocht. De resultaten lieten lichte beperkingen zien op het gebied van verwerkingssnelheid, verbale leerprocessen en automatisering, maar er werden geen specifieke gedrags- of mentale gezondheidsproblemen gevonden.
Grotere internationale onderzoeken, zoals BIND (Brain Involvement iN Dystrophinopathies) zijn uitgevoerd om de hersenbetrokkenheid bij Duchenne en Becker spierdystrofie beter te begrijpen. Het Duchenne Centrum, Kempenhaeghe en LUMC, zijn betrokken bij dit onderzoek. Meer informatie over BIND en de resultaten, vind je hier.
Publicatie 4. Dit artikel onderzocht vet-water spier MRI als biomarker voor ziekteprogressie in BMD. Het meten van vetfractie in de spieren bleek nauwkeurig en reproduceerbaar, waarbij de vetfractie van het midden van het bovenbeen de beste biomarker bleek. Deze biomarker kan de samplegrootte van een klinische trial over 24 maanden met 39 patiënten verminderen, wat neerkomt op een besparing van 40%. Deze resultaten ondersteunen het gebruik van vetfractie, gemeten door MRI, als biomarker in klinische trials voor langzaam progressieve, heterogene ziektes zoals BMD.
Publicatie 5: Bloed biomarkers bieden voordelen doordat ze een eenvoudige, niet-invasieve manier zijn om ziekteprogressie te volgen, prognoses te stellen of de effectiviteit van behandelingen te meten. Dit onderzoek toont aan dat de creatine/creatinine-ratio en myostatine levels in bloed potentieel bruikbaar kunnen zijn in klinische trials bij BMD. Hogere creatine/creatinine-ratio en lagere myostatine waren namelijk gekoppeld aan slechtere motorische prestaties en voorspelden de huidige functionele prestaties. Maar meer onderzoek is nodig om de toepassing van deze biomarkers beter inzichtelijk te maken.
Publicatie 6: In deze verkennende studie is geavanceerde analyse van de niet-invasieve techniek genaamd diffusion-tensor magnetic resonance imaging (DT‐MRI) gecombineerd met analyse van spierbiopten. Het onderzoek laat zien dat DT-MRI veranderingen in de grootte van spiervezels kan meten, en dat deze veranderingen overeenkomen met de spiervezelgrootte in een spierbiopt. DT-MRI biedt daardoor de mogelijkheid om een beeldvormende biomarker voor BMD te worden, wat het aantal benodigde spierbiopten zou kunnen verminderen.
Dit onderzoek werd uitgevoerd door Drs. Z. Koeks, Drs. N.M. van de Velde en Drs. D. Hellebrekers
Financiering door: ZonMW
Betrokken Centra: Leiden Universitair medisch centrum, Kempenhaeghe Centrum voor neurologische leer- en ontwikkelingsstoonissen, Heeze
Startdatum: 01-09-2014
Einddatum: 01-02-2020